Hoe vind ik een goede honden-trainer?
Let op deze vier zaken en herken de rode vlaggen!
Het is zover: je hebt een hond in huis! Alle voorbereidingen zijn getroffen: je hebt voeding en speeltjes gekocht en misschien al een bezoek aan de dierenarts gepland. Dan wordt het tijd om te zoeken naar een goede hondentrainer of -school om je viervoeter op te voeden en eventuele vervelende gewoontes te voorkomen of af te leren. Er zijn echter zoveel hondenprofessionals te vinden, maar: hoe scheid je nu het kaf van het koren?
In Nederland zijn veel termen te vinden voor een trainer: hondencoach, -fluisteraar of zelfs -psycholoog. De officiële term is kynologisch instructeur. Deze benaming wordt gehanteerd door erkende opleidingen.
1. Opleiding en nascholing
Onderzoek dus allereerst of de hondentrainer een diploma tot kynologisch instructeur heeft behaald bij een instituut dat is erkend door de Raad van Beheer. Momenteel zijn opleidingen van de volgende instituten geaccrediteerd: Annorlunda, DogVision, HACR, O&O, Martin Gaus, Tinley Academie.
Een gedegen opleiding is belangrijk, omdat hondentrainer (of kynologisch instructeur) geen beschermd beroep is. Iedereen mag zich dus deze titel toe-eigenen, zelfs als diegene geen kennis van zaken heeft. Het gevaar ontstaat dat zo’n trainer onvoldoende kennis heeft van hondengedrag en daarom bepaalde risico’s onjuist inschat óf dat hij met achterhaalde methodes werkt. Dit laatste kan juist een negatief effect hebben op het welzijn of gedrag van je hond. Het gebeurt niet zelden dat kynologisch instructeurs of gedragstherapeuten een klant ontvangen, van wie de hond probleemgedrag is gaan vertonen, juist nadat methodes van andere (niet-opgeleide) trainers zijn gehanteerd!
Tot slot is ook nascholing belangrijk. De inzichten rondom hondengedrag veranderen voortdurend: als iemand 10 jaar geleden een diploma heeft behaald, wil dat niet zeggen dat hij nu nog werkt volgens de meest wetenschappelijk onderbouwde methode.
Stel de volgende vragen:
- Welke diploma’s heb je behaald?
- Welke nascholingen heb je gevolgd?
Let op de volgende rode vlaggen:
- Boos of defensief worden als je vraagt naar een opleiding.
De meeste professionals vinden het juist leuk om hierover te vertellen! - Woorden als: dominantie, alfa-leider, packtheorie
- Werken met fysieke correcties: op de rug duwen (alfa-rol), tik op de neus
2. Hulpmiddelen
Hondentrainers hebben een arsenaal aan hulpmiddelen tot hun beschikking. Sommige van deze middelen zijn er om goed gedrag te bekrachtigen. Denk aan een clicker of voerbeloningen. Anderen zijn bedoeld als correctie en moeten voorkomen dat je hond bepaald gedrag vertoont. Denk aan omheiningen die een geluid laten horen of schok geven, wanneer je hond in de buurt komt. Deze voorkomen dus dat je hond van het terrein af gaat.
Sommige hulpmiddelen zijn niet per definitie slecht: het ligt eraan door wie en hoe ze ingezet worden. Vaak worden ze bij (extreme) probleemgevallen gebruikt, wanneer andere methodes ontoereikend zijn gebleken. Daarbij is gebruik van deze middelen is eerder het terrein van een gedragstherapeut dan van een kynologisch instructeur.
Onderzoek altijd of je je prettig voelt bij de visie die je trainer heeft op dergelijke hulpmiddelen. Misschien vind je een clicker maar onhandig of gebruik je liever een tuig, terwijl de hondenschool een halsband voorschrijft.
Stel de volgende vragen:
- Wat is jullie beleid rondom een tuig, halsband of lijn?
- Werken jullie met andere hulpmiddelen?
Let op de volgende rode vlaggen:
- Werken met een schokband (verboden per 2022) of prikketting of prong collar (verboden per 2018)
- Standaard werken met aversieve middelen, zoals een elektrische omheining, anti-blafband et cetera.
Als een trainer direct grijpt naar deze oplossingen en deze dus als quick fix aanprijst, is dat zeker een rode vlag.
3. Integriteit
Een hondentrainer kan, zelfs met een goede opleiding en diverse nascholingen, natuurlijk niet alles weten. Sommige specialiseren zich in neuswerk, maar weten bijvoorbeeld minder van fysieke sporten als agility of flyball. Of misschien heeft een trainer veel ervaring met een bepaalde rassoort, bijvoorbeeld herdershonden. Dan kan het zijn dat hij minder begrijpt van jouw chihuahua. Dit is niet erg, als een trainer hier maar eerlijk over is.
Daarnaast is het belangrijk dat een trainer niet op de stoel van een andere professional (zoals een dierenarts of gedragstherapeut) gaat zitten. Natuurlijk kan het best zijn dat een trainer die jouw hond wekelijks ziet, iets opvalt aan de gezondheid. Hij ziet bijvoorbeeld dat je hond veel met zijn kop schudt en vermoedt dat dit wel eens een oorontsteking kan zijn. Of hij ziet dat de hond mank loopt of misschien wel overgewicht heeft. Een instructeur kan je op deze zaken wijzen en doorsturen naar een dierenarts, maar mag zelf nooit een diagnose stellen.
Stel de volgende vragen:
- Met welke andere partijen (dierenartsen, gedragstherapeuten, asielen et cetera) werk je nauw samen?
- Zijn er klantvragen of typen honden die je niet in behandeling neemt?
Let op de volgende rode vlaggen:
- Stellige uitspraken over bijvoorbeeld de gezondheid van je hond, terwijl dit niet de expertise is van de trainer.
- Geen ruimte overlaten voor discussie.
Een goede hondentrainer erkent dat hij niet alles weet, wil graag bijleren en staat dan ook open voor andere visies.
4. Persoonlijke klik
Je legt de opvoeding van je hond wel in de handen van een andere partij. Het is dan ook belangrijk dat je een goed gevoel hebt bij de hondentrainer en dat je deze kan vertrouwen. Onderzoek altijd de werkwijze van de trainer en kijk of dit bij jou past. Ik hoor wel eens van hondeneigenaren dat zij advies kregen om een flinke ruk aan de riem te geven wanneer hun hond niet luisterde. Hier voelden ze zich eigenlijk niet prettig bij, maar omdat een ‘professional’ dit zei, deden ze dit toch maar. Blijf dicht bij jezelf en kies een trainer die qua visie bij jouw normen en waarden past! Je kunt hiervoor de website bestuderen, maar nog beter is om naar reviews te kijken. Wat vinden andere hondeneigenaren?
Stel de volgende vragen:
- Kan ik eens vrijblijvend bellen of langskomen voor een persoonlijke kennismaking?
Let op de volgende rode vlaggen:
- Jou behandelen als een nummer en de naam van jou of de hond niet kennen.
- Niet (of erg laat) reageren op mails.
- Eerst de hond begroeten en daar alle aandacht oprichten, in plaats van het contact met jou als persoon op te zoeken.
Tot slot
Bovenstaande zaken helpen je om een hondentrainer te vinden die kennis van zaken heeft en bij jouw past. Natuurlijk spelen ook praktische dingen een rol, zoals de prijs, locatie en groepsgrootte. Hier is niets goed of fout: je weet zelf het beste wat bij jouw situatie past.
Onthoud: je mag best kritisch zijn en hoeft niet alles voor zoete koek te slikken! Het gaat immers om de opvoeding van je hond, iets waar je nog jarenlang van de vruchten wil plukken.
Lees meer artikelen
Meer weten over hondenopvoeding of -training? Lees ook vooral onze andere artikelen en blijf op de hoogte.