Help, hoe went mijn hond aan prikkels?
Ontdek 3 factoren die belangrijk zijn in training
Stel: je hond vindt het spannend als een bus voorbij rijdt. Hij wil weg en trekt aan de lijn. Of misschien gaat hij wel blaffen en kun je hem niet meer bereiken met zoete woordjes of iets lekkers. Hoe zorg je er nu voor dat je hond aan deze prikkel gaat wennen? Dit artikel behandelt 3 factoren die van belangrijk zijn tijdens je training.
Onder prikkels verstaan we eigenlijk alle veranderingen die via de zintuigen bij je hond binnenkomen. Het geluid van een auto, de geur van een andere hond, de aanblik van een vogel of de druk van de borstel op zijn huid: het zijn allemaal prikkels. Daarnaast zijn er ook inwendige prikkels die je hond informatie geven, zoals de druk van de blaas die aangeeft dat hij moet plassen.
Het woord ‘prikkel’ heeft een negatieve bijklank gekregen: het lijkt wel of je uit alle macht moet vermijden dat je hond prikkels binnenkrijgt. Dat is natuurlijk niet zo. Het is wel belangrijk dat je een juiste balans vindt en vooral: dat je hond niet veel prikkels te verwerken krijgt die hij eng vindt.
Prikkels vermijden en trainen
Veel hondeneigenaren noemen hun hond ‘overprikkeld’ en ondernemen daarom minder om zo hun hond rust te gunnen. Een goede ontwikkeling! Dit is echter niet altijd de oplossing voor het probleem. Immers: het gaat niet om de hoeveelheid prikkels, maar het feit dat je hond bepaalde prikkels spannend vindt en daar op reageert.
Vermijd deze prikkels dus indien mogelijk, zolang ze je hond stress bezorgen. Maar: train tegelijkertijd (op verantwoorde wijze) met je hond om hem aan die prikkel te laten wennen. We nemen als voorbeeld een hond die moeite heeft met fietsers. Waar moet je op letten? Het belangrijkste: plaats je hond nooit in een situatie die hij niet aan kan! Dwing je hond dus niet om een fietsers te passeren op een smalle weg, maar laat de keuze aan je hond zelf. Geef hem hierbij ook voldoende ruimte om weg te lopen. Forceren werkt juist averechts. Je wil juist dat je hond leert dat fietsers niet erg (en misschien zelfs leuk) zijn!
Sweet spot
Goed: je bent nu zover dat je je hond wil laten wennen aan fietsers. Je begrijpt dat je zijn grenzen moet respecteren en je bent alert op stress-signalen. Maar wat is nu het startpunt? Je begint op het moment dat je hond de fiets nog net waarneemt, maar de prikkel hier niet zorgt voor stress of leidt tot de bekende reactie van blaffen, trekken aan de lijn enzovoorts. Dat is de sweet spot en deze is voor elke hond anders. Dit is het moment dat je hond vatbaar is om iets te leren, in dit geval dat fietsers niet zo vervelend zijn.
Houd met training rekening met de afstand, de intensiteit en de tijdsduur.
1. Afstand
Als je gaat trainen met je hond, begin je op een grote afstand. Denk aan de sweet spot. Kijk eens rustig naar fietsers aan de overkant. Reageert je hond hier kalm op? Vergeet hem niet te belonen, eventueel met een clicker. Vaak komen we pas in actie als onze hond iets ‘verkeerd’ doet en bijvoorbeeld gaat blaffen. Maar we vergeten soms dat het ook heel knap is als hij een fietser ziet en hij daar niet op reageert. Door te belonen zorg je ervoor dat je hond vaker dat gedrag zal inzetten. Gaat dit goed dan kun je eens kijken of je dichterbij kan komen. Andersom geldt ook: vind je hond de fietser eng of vervelend? Vergroot de afstand!
2. Intensiteit
In dit geval verstaan we onder intensiteit de snelheid van de fietser. Een mountainbiker die voorbij raast is wellicht stukken indrukwekkender dan een rustige driewieler. Ga hier proactief mee aan de slag. Je kan een gezinslid, vriend of buurvrouw vragen om een paar keer voorbij te fietsen op een zeer laag tempo. Gaat dat goed? Vraag de ander dan eens om wat harder te fietsen en misschien eens te bellen.
3. Tijdsduur
Fietsers zijn meestal snel weer weg. Je hond is meestal niet lang blootgesteld aan fietsers, dus de tijdsduur opbouwen is hier minder relevant. We kijken eens naar een andere prikkel: harde geluiden. Als je gaat oefenen met bijvoorbeeld vuurwerkgeluiden, train je ook de tijdsduur. Kan je hond deze geluiden ook langer verdragen? Bouw dit stap voor stap op en kijk of je hond zich nog comfortabel voelt. Zie je signalen van stress? Maak je sessies dan korter.
Een factor moeilijker? De andere makkelijker!
Je hebt nu 3 variabelen om mee te spelen: de afstand, de intensiteit en de tijdsduur. Over het algemeen geldt: schroef je de moeilijkheid van de ene factor op, dan maak je het andere makkelijker. Komt de fietser dichterbij? Zorg dat de snelheid van de fietser dan minder is! Zet je de vuurwerkgeluiden harder (dus hogere intensiteit)? Maak de tijdsduur dan korter.
Ook wil je oefenen in verschillende contexten. Is je hond nu minder gevoelig voor fietsers in jullie rustige wijk? Oefen dan ook in het bos! Daar begin je weer op nul qua afstand, intensiteit en tijdsduur. Je zal hier wel merken dat de stappen sneller gaan.
Opluchting
Nog even een opmerking over het belonen. Je doet dit dus zodra je hond de fietser ziet, maar nog niet reageert. Maar hoe beloon je? Om je beloning precies te timen, kun je een clicker(woord) gebruiken. Je zegt bijvoorbeeld ‘Yes’ als je hond de fietser ziet. Gooi daarna een voerbeloning weg van de fietser, dus precies de andere kant op! Zo krijgt je hond de beloning binnen op een leuke manier: hij mag er achteraan jagen. Nog belangrijker: hij wordt weggeleid van de (eventuele) spannende situatie. Dit zorgt voor een gevoel van opluchting, een krachtige emotie. Dit is waar veel honden van nature naar op zoek zijn: als ze iets spannends zien, willen ze dat vermijden, wat leidt tot opluchting. Pfoe, daar zijn we maar mooi vanaf! Door dit te gebruiken in je training, associeert je hond die enge prikkel straks met iets lekkers èn dat fijne gevoel van opluchting.
Tot slot
Heb je begeleiding nodig om je hond te laten wennen aan prikkels? Privétraining kan hier goed bij helpen! Het is belangrijk dat je de oefensessies vaak herhaalt, zodat je hond veel succes ervaart. Zorg echter ook voor voldoende rust tussendoor. Op die manier kan je hond de ervaring opslaan en verwerken. Het voelt misschien als veel werk en het klopt: je hebt een lange adem nodig. Laat je niet verleiden om je hond maar ‘in het diepe’ te gooien en dus bloot te stellen aan heel veel fietsers onder het mom van: ‘hij moet het maar leren.’ Als je jezelf betrapt op ongeduld, denk dan aan onderstaande quote van de Franse toneelschrijver Molière:
“Trees that are slow to grow bear the best fruit.”
Lees meer artikelen
Meer weten over hondenopvoeding of -training? Lees ook vooral onze andere artikelen en blijf op de hoogte.