Speuren in de winter
Ontdek hier welke impact de winterse weersomstandigheden hebben op het spoor en de conditie van de hond.
Nu de temperatuur flink daalt en we weer onze handschoenen uit de kast mogen halen, rijst de vraag: kun je nog wel speuren in de winter? Het antwoord luidt gelukkig ‘ja’. Maar de weersomstandigheden kunnen voor flink wat uitdagingen zorgen.
Lage temperatuur
In principe is een lage temperatuur gunstig voor de spoorvastheid. De huidschilfers, die de menselijke geur bepalen, zullen eerder dalen waardoor een compact spoor ontstaat. Dit kan ervoor zorgen dat de hond dus minder afwijkt van het spoor. Met warm weer blijven de huidschilfers immers langer in de lucht dwarrelen, waardoor ze uiteindelijk meer verspreid op de grond landen.
Er is echter ook een keerzijde. Stel dat aan het eind van het spoor een bakje met voer op de grond staat. Dit is natuurlijk vrij laag en door de kou blijft de geurpluim ook laag. Dit betekent dat een (grote) hond eindvoorwerp kan missen en er gewoon overheen loopt.
Geurwaarneming
Hoe goed is geur dan eigenlijk waar te nemen in de kou? In principe geldt dat een stof bij een warme temperatuur een hoge vluchtigheid heeft. In gewoon Nederlands: de geur is dan beter te ruiken. Dit heb je misschien zelf gemerkt in de zomer, wanneer de zon schijnt op de vuilcontainer. Omgekeerd is een geur lastiger te ruiken in de kou. Maar: plaats je een warm voorwerp in een koude omgeving, dan komen er meer geurmoleculen vrij, oftewel: dan is dat voorwerp beter te ruiken. Dus wanneer je instructeur een target of madendoosje uit haar warme zak haalt en op de koude ondergrond plaatst, komt er meer geur vrij.
Vermoeiender
Tijdens het speuren wordt de lucht die je hond inademt, voor in de neus bevochtigd en opgewarmd. Daarna reist de lucht met geurmoleculen verder in de neus. Dat opwarmen is nodig om de geur daar goed te kunnen waarnemen. Je kan je voorstellen dat speuren in de winter daarom meer energie vergt: het opwarmen van de ijskoude lucht is nu een flinke klus en zorgt ervoor dat je hond eerder vermoeid raakt. Denk maar aan een diepvriespizza. Die ruik je (bijna) niet, maar nadat je het hebt opgewarmd in de oven, komen de heerlijke geuren ineens vrij.
Vorst en sneeuw
Hoe zit het dan met vorst en sneeuw? Hier is iets bijzonders aan de hand. Normaal gesproken worden huidschilfers (menselijke geur)afgebroken binnen 24 uur. Maar een voetstap op het spoor kan perfect geconserveerd worden als het bevriest. In dit geval staat de tijd even stil. Je hond kan in eerste instantie het spoor zelf niet meer ruiken door het ijs. Wanneer het gaat dooien, komt de geur van het spoor (en helaas ook van andere lekkere luchtjes) weer vrij. Zo kan het in theorie voorkomen dat je hond een spoor van een uur oud niet meer waarneemt, omdat het heeft gevroren. Maar datzelfde spoor zou hij een week later, wanneer de temperatuur omhoog gaat, weer kunnen oppakken.
Loop je over verse sneeuw, dan ontstaat hier een mooi (zichtbaar) spoor. Doordat je voetafdrukken achterlaat, is het lastiger om een blind spoor te oefenen. De huidschilfers, die door de kou sneller dalen, blijven echter mooi plakken in de sneeuw en de deukjes van de voetafdruk. Sneeuwt het op het spoor? Dan is het alweer lastiger, omdat de geur als het ware wordt afgedekt.
Veiligheid
Hierboven is vooral beschreven welke effecten de kou en vorst hebben op het spoor en de geurwaarneming. Er zijn echter ook andere aandachtspunten wanneer je gaat speuren in de winter.
Zelfs met een goede timing, leidt het toedienen van een correctie niet per se tot het gewen
- Voorkom onderkoeling
Sommige honden hebben een groter risico op onderkoeling. Denk aan puppy’s, hondenrassen zonder ondervacht zoals Jack Russels en Weimaraners en kleine hondjes die met hun buik laag bij de grond zijn. Zeker in de vrieskou is een jasje geen overbodige luxe. Vergeet ook jezelf niet warm aan te kleden, zeker wanneer je spoorloper bent of slachtoffer speelt. - Gladheid
Natuurlijk is het opletten geblazen wanneer de wegen glad zijn. Zeker in woonwijken of nabij natuurgebieden wordt weinig gestrooid. Ook tijdens het speuren kan je hier last van hebben: paadjes in het bos zelf kunnen spekglad worden. Let daarom goed op het looptempo van je hond. Misschien wil je nog voorzichtiger lopen om te voorkomen dat hij uitglijdt. Heb je een hond die je in normale weersomstandigheden al omver trekt uit enthousiasme? Dan is het wellicht niet verstandig te speuren met gladheid. - Voetzooltjes
Strooizout kan de voetzooltjes van je hond irriteren. Als hij vervolgens aan zijn poten likt, kan een vergiftiging ontstaan. Als je hond in de sneeuw loopt, kunnen bovendien vervelende ijsballetjes blijven kleven aan de haren tussen de voetzooltjes. Spoel de pootjes van je hond na met lauw water en/of droog ze goed af. Je kan de zooltjes ook vooraf insmeren met een beschermende balsem. - Liggende verwijzing
Bij verschillende vormen van speuren wordt ook de verwijzing aangeleerd. Denk goed na of je buiten na een winterse bui een liggende verwijzing wil aanleren. Sommige honden genieten van de sneeuw en rollen zelf over de grond. Andere honden moeten hier niets van weten en vinden dit te koud. Stel in dat geval niet te hoge eisen. Moet je hond per se zitten als je wacht tot je kan beginnen aan het spoor? Is dit wel het moment om steeds die liggende verwijzing te oefenen?
Het zoeken naar vermiste mensen in de sneeuw is een bijzondere uitdaging. De (warme) menselijke geur is goed waar te nemen in een koude omgeving.
Kortom: speuren is een hobby of sport die je elk seizoen van het jaar kan beoefenen, afgezien van extreme weersomstandigheden. Juist door in verschillende contexten te oefenen, krijg je een allround speurhond. Train je alleen op gras? Of alleen met mooi weer? Grote kans dat je hond het niet meer snapt als je eens een spoor in een woonwijk uitloopt in december.
Wil je zelf eens ervaren hoe het is om met je hond te speuren? Kijk hier voor meer informatie en het boeken van een les.
Lees meer artikelen
Meer weten over hondenopvoeding of -training? Lees ook vooral onze andere artikelen en blijf op de hoogte.